De huidige zzp’ers zijn onmisbaar in de ouderenzorg
Vanaf het nieuwe jaar kan de Belastingdienst gaan controleren op schijnzelfstandigheid bij zzp’ers, en in de zorg wordt steeds duidelijker dat men zich hierop moet voorbereiden. Peggy van de Koelen, bestuurder van Vughterstede, vertelt namens het netwerk van Noordoost-Brabantse ouderenzorgorganisaties hoe zij zzp’ers proberen te verleiden weer in loondienst te komen.
“Loondienst is waar we op aansturen”, vertelt Peggy van der Koelen. Opnieuw inhuren via een detacheringsbureau is namelijk twee keer zo duur voor de zorginstellingen. “Voor bepaalde posities is dat mogelijk, maar niet voor de hele groep. Maar we kunnen ook niet zonder deze mensen.”
Flexibiliteit
Van der Koelen ziet echter ook dat zzp’ers niet voor niets zelfstandig zijn geworden. “We begrijpen dat ze flexibiliteit willen. Maar de manier waarop dat nu gebeurt, is niet meer houdbaar. We staan met de rug tegen de muur. Wat ons als werkgevers te doen staat is zo aantrekkelijk mogelijk zijn. De bal ligt bij ons. De zzp’ers die in loondienst gaan, willen we zoveel mogelijk keuzevrijheid geven.”
Samen met een groep andere Brabantse zorgorganisaties maken ze duidelijk dat ze moeten stoppen met de inhuur van zzp’ers. Dat betekent ook overleggen over verschillende scenario’s, maar vooral elkaar goed informeren. Zorgvuldige informatie richting het zorgkantoor over de bezetting, maar ook naar de zelfstandigen zelf.
Kennisachterstand
Van der Koelen merkt dat zzp’ers nog niet in beweging komen. “Ze zeggen dat ze nu voldoen aan alle eisen. Maar daar gaat het natuurlijk niet om. Verschillende organisaties uit ons netwerk hebben gesproken met de Belastingdienst, en hoe we nu werken zou eigenlijk niet mogen. Er is namelijk sprake van schijnzelfstandigheid. Er lijkt een kennisachterstand te zijn bij zzp’ers, ook over de voordelen van in loondienst gaan, zoals het opbouwen van een pensioen.”
Bij de groep zorgorganisaties is ongeveer 12 tot 15 procent van het personeel zzp’er. De vvt-bestuurder noemt dat ‘substantieel’. De gevolgen zouden dan ook groot zijn als een deel besluit niet in dienst te gaan. “Wij kunnen ze niet missen. We hebben al een personeelsuitdaging en hebben alle zorgmedewerkers keihard nodig. Ik heb ook begrepen dat sommige zelfstandigen zeggen dat ze de branche willen verlaten. Maar ik geloof niet dat als je voor een sector hebt gekozen uit passie, je zomaar de branche uitgaat.”
Zachtere landing
Bij elk vvt-niveau zijn tekorten, maar vooral op niveau 3, mbo verzorgenden en 4, mbo-verpleegkundigen zit de grootste pijn. Ook de instroom bij de opleidingen voor die niveaus is gedaald.
De Tweede Kamer wil een ‘zachtere landing’ voor onder meer de zorg. Helpt dit niet? “De laatste debatten brachten ons niet veel verder”, zegt Van der Koelen hierover. “We weten dat de fiscus gaat controleren. Misschien komen we er een keer vanaf met een waarschuwing, maar uiteindelijk gaan ze handhaven. Het speelt natuurlijk al jaren. Eigenlijk komt er nu wat duidelijkheid.”
Bron: Zorgvisie.nl