Ggz-aanbieders oneens met NZa: ‘zorgvraagtypering’ ggz is nog lang niet klaar
Anders dan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) doet voorkomen, is de zogeheten ‘zorgvraagtypering’ in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) nog niet goed genoeg voor zorginkoop in 2026. Veldpartijen willen de zorgvraagtypering ‘door ontwikkelen’ en tot 2028 een eenvoudiger model gebruiken.
De invoering van de zorgvraagtypering had eigenlijk hand in hand moeten gaan met de invoering van de nieuwe ggz-bekostiging, het zorgprestatiemodel (zpm), in 2022. Voor de zorgvraagtypering moeten ggz-behandelaren, voordat ze een behandeling starten, op basis van de omstreden Honos-vragenlijst een indicatie van de zorgzwaarte geven. De zorgvraagtypering moet zo een belangrijke rol krijgen in de zorginkoop en de facturering van zorg
Zorgvraagtypering ggz
Maar de zorgvraagtypering was niet op tijd af en de zpm-bekostiging werd wel ingevoerd in 2022. Een adviescommissie, met alle veldpartijen, praatte ondertussen door over zorgvraagtypering. De NZa concludeert over het derde advies van de commissie op 6 februari dat het de bedoeling is om de zorgvraagtypering in 2026 gereed te maken voor de zorginkoop. De adviescommissie adviseerde onlangs om de indeling van de zorgvraagtypen aan te passen. Dit moet leiden tot een versimpeling en zorgt ervoor dat het zorgvraagtype nog beter aansluit bij de hoeveelheid zorg die een patiënt nodig heeft. De inzet is om alles voor 2026 af te hebben, aldus de NZa.
Bekostiging ggz
Maar psychiaters, psychologen, psychotherapeuten en ggz-organisaties zijn teleurgesteld in de reactie van de NZa op hun advies. Ze vinden dat de huidige vorm van zorgvraagtypering nog niet bruikbaar is voor de inkoop van zorg. Volgens de commissie maakt het model nog onvoldoende onderscheid tussen lichte en zware klachten. Hierdoor blijft er een risico op verkeerde financiering, omdat die niet goed genoeg aansluit op de daadwerkelijke zorg.
Zorginkoop
Zorgverzekeraars geven aan dat ze de zorgvraagtypering waar mogelijk willen gebruiken in de zorginkoop, terwijl zorgaanbieders dat nog te vroeg vinden. “Door nu te stellen dat er volgend jaar al financiële afspraken gemaakt kunnen worden met verzekeraars doet de NZa dat advies en de dagelijkse praktijk tekort”, stel de Nederlandse ggz op haar website.
Zorgvraagtypering verbeteren
De commissie adviseert daarom in 2026 en 2027 een eenvoudiger model te gebruiken. Dit moet beter aansluiten bij de werkelijke behandelkosten. Ondertussen zouden veldpartijen een verbeterd model voor zorgvraagtypering moeten ontwikkelen. Dat zou pas met ingang van 2028 van kracht kunnen zijn. De wetenschap en overheidspartijen zouden daarbij samen moeten optrekken. Naast inhoudelijke adviezen voor verbetering van het model roept de adviescommissie het ministerie van VWS op zo snel mogelijk te zorgen voor een helder wettelijk kader voor deze doorontwikkeling.
Bestuurlijke afspraken
Bovendien hebben ggz-aanbieders behoefte aan bestuurlijke afspraken, voordat de sector met de zorgvraagtypering aan de slag gaat. “Daarmee voorkomen we met elkaar dat het model wordt ingezet voor doelen waarvoor het nog niet geschikt is. Tegelijkertijd moet er ook ruimte komen om de zorgvraagtypering te verbeteren. Tot 2028 kan nog gedeclareerd worden met informatie over diagnoses naast de code voor een zorgvraagtype. De commissie rekent erop dat de betrokken overheidspartijen deze tijd gebruiken om met inbreng uit de praktijk te komen tot een werkend bekostigingssysteem”, aldus de Nederlandse ggz.
Bron: Zorgvisie.nl