Libertas Leiden vindt rol ActiZ bij zzp-dossier onbegrijpelijk
Bestuurder Benjamin Martens van Libertas Leiden begrijpt niets van de beweegredenen van de brancheverenigingen om manieren te zoeken waarmee zorgorganisaties toch kunnen blijven werken met zzp’ers. Zijn zorgorganisatie met thuis- en verpleeghuiszorg besloot twee jaar geleden te stoppen met inzet van zzp’ers en dat gaat prima.
Martens: “Waarom zou brancheorganisatie ActiZ aan het ‘Fiscaal Kompas ZZP Zorg’ meewerken? Wij zijn in twee jaar tijd gegroeid van 600 naar 720 medewerkers omdat medewerkers zeggen dat ze het leuk vinden om bij een organisatie te werken waar ze alleen maar vaste collega’s hebben. Hoeveel meer bewijs heb je nodig om te zien dat het prima kan zonder tijdelijke krachten?”
Interesse in stoppen
Martens vraagt zich dan ook af of ActiZ aansluit bij de wens van individuele leden. De reacties op de stap van Libertas Leiden waren twee jaar geleden overweldigend. Heel veel collega-bestuurders hebben bij Martens aangeklopt om te vragen hoe hij dit heeft aangepakt. Juist daarom vraagt hij zich ook af of de koers van brancheorganisatie ActiZ als een van de deelnemers van het ‘Fiscaal Kompas ZZP Zorg’, waarmee zorgorganisaties zzp-maatregelen kunnen omzeilen, wel de juiste is. “Ik heb het idee dat er in de sector juist veel meer interesse is om te stoppen met zzp’ers dan om ermee door te gaan.”
Ook maatschappelijk gezien, voor de medewerkers zelf, vindt Martens het beter om pensioen op te bouwen. “Dat je dan als zorginstelling zou onderzoeken hoe je op een andere manier met zzp’ers kunt werken, daar begrijp ik niets van.”
Flexibele schil
Veel zorgorganisaties willen flexibel zijn. Ze hebben behoefte aan de zogeheten ‘flexibele schil’, maar Martens raadt juist aan om de flexibiliteit te zoeken in de eigen organisatie, bij de mensen zelf. “Medewerkers in de thuiszorg kunnen ook werken in de verpleeglocaties. We hebben ook ziek en piek, maar dat lossen we met elkaar op. Je hoeft er eigenlijk niet zoveel voor te doen, behalve het stellen van de vraag: medewerkers, kunnen jullie helpen?”
Strenger beleid
Per 1 januari aanstaande start de Belastingdienst met de handhaving op schijnzelfstandigheid. Martens is tevreden dat het landelijke beleid rond de inzet van zzp’ers strenger wordt. “Het zzp-schap is een mooi fenomeen als zzp’ers specialistisch werk uitvoeren. We zien nu dat veel basiszorg structureel wordt geleverd door zzp’ers.”
Martens verbaast zich wel over de trage reactie van de zorgsector. De beweging begint pas op het moment dat de Belastingdienst zich echt gaat roeren. “We hadden als sector al veel eerder moeten nadenken over terugdringen van het zzp-schap in de zorg. Ook uit het oogpunt van kwaliteit van zorg. Want zonder zzp’ers kun je als zorgorganisatie vaste, vertrouwde gezichten bieden voor cliënten en bewoners.”
Lef tonen
Daarmee wil Martens niet zeggen dat alle zorgorganisaties in Nederland dezelfde stap moeten zetten als Libertas Leiden, want iedere organisatie is uniek en heeft haar eigen dynamiek. Toch had er echt meer gedaan kunnen worden om het zzp-schap terug te dringen, vindt Martens. “Toon wat meer lef. Durf het gesprek aan te gaan met financiers, bewoners en familie en vertel dat je het anders wilt gaan doen.”
Zomerperiode
“Ik zeg niet dat de zomerperiode makkelijk is geweest”, vervolgt Martens, “maar het was ook niet moeilijker dan toen we wel zzp’ers en uitzendkrachten hadden. Zij gaan immers ook op vakantie in de zomer en de zorgvraag neemt in de zomer nou eenmaal toe. Ik hoor ook van collega-bestuurders dat zzp’ers of uitzendkrachten niet komen opdagen. Zzp’ers zijn niet de oplossing, ook niet in de zomer.”
Goede voorbeeld geven
Het goede voorbeeld geven als bestuurder is ook een belangrijke succesfactor van werken zonder tijdelijke krachten. Daarmee laat hij zien dat ook de bestuurder helpt als de nood hoog is. “Ik heb in de zomer twee dagen per week geholpen en ik sta op een achterwacht-lijst. Dat wordt gezien en gewaardeerd. Ik werd zelf ingezet als helpende en als zorg-assistent. Hoewel ik verpleegkundige ben geweest, is het geen kwestie van niet bevoegd zijn, want iedereen kan een boterham smeren.”
Bron: Zorgvisie.nl