MediConnect

 

Zzp-club haalt uit naar Belastingdienst na uitspraak Hoge Raad over ondernemerschap

Of een werkende zich gedraagt als ondernemer is van belang bij de vraag of er sprake is van schijnzelfstandigheid. Dat blijkt uit de beantwoording van prejudiciële vragen door de Hoge Raad over Uber taxivervoer. Zzp-clubs zijn weer optimistisch geworden over de toekomst van zzp’en in de zorg.

Bij de vraag of iemand schijnzelfstandig is, wordt gekeken of een overeenkomst wel of geen arbeidsovereenkomst is. Juist in de zorg is dit een belangrijke vraag omdat door inbedding in de organisatie het eigenlijk zo goed als onmogelijk is om als zzp’er te werken in de zorg. Nu zegt de Hoge Raad: ‘Hetzelfde werk, verricht voor dezelfde opdrachtgever kan voor een werkende met ‘ondernemerschap’ geen arbeidsovereenkomst zijn en voor een werkende zonder ‘ondernemerschap’ wel.’

Geen rangorde

“Voor het antwoord op de vraag of een overeenkomst een arbeidsovereenkomst is, kan doorslaggevend zijn of een werkende zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt, ook als andere omstandigheden wijzen op een arbeidsovereenkomst”, zegt advocaat Annemiek Schouwink van Damste. “De Hoge Raad heeft in een eerder arrest (Deliveroo) geen rangorde aangebracht tussen de negen gezichtspunten die van belang zijn voor de beoordeling van een arbeidsrelatie. Het gezichtspunt ‘ondernemerschap’ is dus niet minder belangrijk dan de andere gezichtspunten. In deze Uber-uitspraak bevestigt de Hoge Raad in feite dat er geen aanleiding bestaat voor zo’n rangorde.”

Ruimte voor ondernemerschap

Met de antwoorden van de Hoge Raad is het voor zzp’ers dus belangrijk geworden om aan te tonen dat ze ondernemer zijn. Koos van Brecht van het zzp-platform Voca Zorg is blij. Het platform is zo ingericht dat zzp’ers zich aantoonbaar kunnen manifesteren als zzp’er. Daarnaast moet de overeenkomst van opdracht ruimte bieden aan ondernemerschap en zzp’ers aanspreken op specifieke competenties. Tot slot ligt er volgens Van Brecht een verantwoordelijkheid bij de zzp’er zelf om zich daadwerkelijk als ondernemer te gedragen en te rapporteren over het geleverde werk.

Nieuwe zzp-wet

De antwoorden van de Hoge Raad zijn ook van invloed op het wetsvoorstel voor de nieuwe zzp-wet, de wet VBAR. Deze wet is bedoeld om meer duidelijkheid te verschaffen over wanneer iemand als werknemer of als zelfstandige wordt beschouwd.

Niet veranderd

Volgens Lex Tabak van zzp-erindezorg.nl draait de wet VBAR volledig op ‘inbedding=dienstverband’. Dat idee staat nu op losse schroeven, maar volgens Tabak trekken het ministerie van Sociale Zaken en de Belastingdienst zich daar niets van aan. “De Hoge Raad laat nu zien dat zij het zelfstandig ondernemerschap net zo belangrijk vindt als de andere criteria. Toch is het ministerie niet van koers veranderd.”

Toekomstbestendig zorglandschap

Voca Zorg roept zorginstellingen en beleidsmakers op om te bouwen aan een toekomstbestendig zorglandschap, waarin zelfstandigheid en flexibiliteit hand in hand gaan met juridische zekerheid. “De uitspraak van de Hoge Raad biedt een unieke kans om definitief duidelijkheid te scheppen voor de positie van zzp’ers in de zorg”, aldus Van Brecht.

Puzzelstukje

De antwoorden van de Hoge Raad op de prejudiciële vragen zijn slechts een puzzelstukje van een veel grotere zaak. Een lagere rechter bepaalde enkele jaren geleden dat Uber zijn chauffeurs in dienst moest nemen. Uber ging in hoger beroep. Het gerechtshof in Amsterdam wilde eerst vragen stellen aan de Hoge Raad. Nu zal de zaak weer worden voortgezet bij het hof. Waarschijnlijk volgt later dit jaar een uitspraak.

Op dezelfde lijn

FNV die de zaak tegen Uber aanspande, heeft de indruk dat de Hoge Raad nog steeds op de lijn zit van de eerdere Deliveroo-zaak. Daar was de conclusie uiteindelijk dat ‘zelfstandigen’ die voor maaltijdbezorger Deliveroo werkten feitelijk in loondienst waren. FNV-bestuurder Amrit Sewgobind: “Als ik kijk naar de antwoorden van de Hoge Raad en de zaak van Uber dan zijn de Uber-chauffeurs volgens mij nog steeds werknemers.” (ANP / Suzanne Bremmers)

 

Bron: Zorgvisie.nl