Alarm over medische hulpmiddelen: tekorten vanaf 26 mei
Er dreigt met ingang van 26 mei aanstaande een groot tekort aan medische hulpmiddelen, waarschuwt het Zorg Inkoop Netwerk Nederland. Hoe groot dat tekort zal zijn en welke producten het betreft, is vooralsnog onduidelijk. “Maar dat is nu juist het probleem.”
Op 26 mei 2024 loopt voor ongeveer 17.000 medische hulpmiddelen de Europese – MDR – certificering af. En het ziet ernaar uit dat voor veel van die producten geen nieuw certificaat wordt aangevraagd. Dat betekent dat ze vanaf die datum niet meer in de handel mogen worden gebracht, én dat medische hulpmiddelen, van katheters, buisjes voor bloedafname, beademingsmaskers tot knie- of heupprotheses, vanaf het moment dat ze niet meer bij zorgverleners en toeleveranciers in voorraad zijn, zeer schaars kunnen worden of gewoon niet leverbaar. Een omstandigheid die voor bepaalde medische behandelingen – de grootste problemen worden verwacht bij de producten die niet standaard zijn – desastreus kan uitwerken.
Topje van de ijsberg
“Het probleem is dat we niet weten welke producten al of niet beschikbaar blijven”, vertelt Lonneke Boer, teamleider Meldpunt & helpdesk tekorten bij Zorg Inkoop Netwerk Nederland. “En daarom is het erg moeilijk om hierop in te spelen.” Boer en haar collega’s bij het Zorg Inkoop Netwerk houden op hun website een lijst bij van producten die langer dan veertien dagen niet meer beschikbaar zijn voor de zorg. “Maar wat we daar laten zien, komt van zorginstellingen of fabrikanten die melding maken welke producten niet meer beschikbaar gaan zijn. Dat is het topje van de ijsberg.”
Vorig jaar juli startte het Zorg Inkoop Netwerk, ondersteund door VWS, een platform waarop zorginstellingen die assortimentsproblemen ervaren deze kunnen melden. Boer: “Voor dergelijke problemen gaan we dan op zoek naar alternatieven en die leggen we aan de zorgverleners voor.” Een vruchtbare aanpak, die tot nu toe voor zo’n 500 meldingen heeft gezorgd.
Europese certificering
Maar per 26 mei gaat het in het ergste geval om 17.000 certificaten. Grote boosdoener is de Europese certificering voor medische hulpmiddelen, Medical Device Regulation, ofwel MDR. Deze gewijzigde certificeringsplicht is in 2017 aangenomen door het Europees Parlement en per 2021 daadwerkelijk ingevoerd. Goed voor de kwaliteit van producten en de patiëntveiligheid. Maar door deze strengere richtlijnen moeten producenten hun productieprocessen aanpassen en hoge kosten maken, wat voor veel producten betekent dat ze niet meer economisch rendabel zijn. En dus besluiten producenten meer en meer bepaalde delen van hun assortiment niet te laten certificeren en dus niet meer op de Europese markt te brengen.
“Het zijn vooral de minder courante producten die daaronder gaan leiden”, vertelt Boer. “Bijvoorbeeld van kunstheupen zullen de maten S, M en L heus beschikbaar blijven. Maar voor XS, XL en XXL, die veel minder voorkomen, kan het wel eens kritiek worden. Of van een bepaalde maat slangetje of buis voor een beademingsmachine. Of de minder courante maatjes van hulpmiddelen voor baby’s.”
Maar het grootste probleem is dat inkopers in de zorg niet weten waar de grootste tekorten gaan vallen. “Veel producenten melden, om een diversiteit aan redenen, niet vroegtijdig voor welke producten ze al of niet een nieuwe MDR-certificering hebben aangevraagd. Er zijn geïnformeerde schattingen die voorspellen dat wel zo’n 20-25 procent van de huidige aangeboden producten niet meer beschikbaar zal zijn”, zegt Boer.
Meldingsplicht
Op 23 januari jongstleden heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan om een Europese meldingsplicht in te voeren voor producenten die van plan zijn delen van hun assortiment niet meer te laten certificeren. Als dat voorstel versneld wordt aangenomen – als bedoeld – worden de te verwachten tekorten inzichtelijker. “Maar”, zegt Boer, “dan hebben we op z’n minst nog twee maanden te gaan voor besluitvorming en aansluitend tijd nodig om dit ook uitvoerbaar te maken (Europees en landelijk). En of vervolgens voor alle producten die het betreft een goed, betaalbaar en innovatief alternatief te vinden is, dat is mijns inziens zeer de vraag.”
Bron: Zorgvisie.nl