MediConnect

 

‘Grote veranderingen vragen gedeeld leiderschap en circulair toezichthouden’

De zorg gedijde decennialang op het verdelen van verantwoordelijkheden. De zorgakkoorden en transities vragen echter om gedeeld leiderschap en grenswerkers. Dat stelt bijzonder hoogleraar Wilma van der Scheer. Zij deelt zes kenmerken over de leider van de toekomst.

De IZA-, WOZO- en GALA-akkoorden vergen samenwerking in alle lagen van het stelsel. De governance in de zorg is echter nog te veel toegespitst op individuele organisaties, niet op de regionale opgaven. “Het is niet meer zo duidelijk waar de verantwoording van de ene organisatie eindigt en waar die van een collega-organisatie begint”, vertelt Wilma van der Scheer, directeur van Erasmus Centrum voor Zorgbestuur, bijzonder hoogleraar leiderschap en besturing in de zorg en voorzitter van MIND. Daardoor verliezen raden van toezicht grip. “Voor toezichthouders is het een uitdaging om daar wijs mee om te gaan. Want hoe minder duidelijkheid, hoe meer grip en controle zij willen. Terwijl deze beweging veel ruimte en vertrouwen vraagt.”

Leiderschap delen

Gedeeld leiderschap is volgens de bijzonder hoogleraar de benodigde grondhouding voor de leider van de toekomst. Deze houding behelst zes voorwaarden, waaronder werken en de dialoog voeren vanuit gelijkwaardigheid. Als voorbeeld noemt zij het Integraal Zorgakkoord (IZA), bedacht door bestuurders en beleidsmakers, terwijl zorgprofessionals moeten rennen voor de uitvoering. “Met de abstracte boodschap ‘meer zorg, minder mensen en geld’ is de reactie ‘ja, sure’. Voor bestuurders is het de kunst om het vraagstuk te vertalen naar hoe het leeft voor zorgprofessionals en hun invloedsfeer. Dan zijn zorgprofessionals super betrokken en willen ze instappen.” Responsiviteit is een andere belangrijke eigenschap voor de leider van de toekomst. Daarbij oefenen bestuurders en toezichthouders niet alleen invloed uit, maar bieden zij ook openheid over hun eigen doelen, verwachtingen en kennis en staan zij open voor beïnvloeding door andere partijen die bij de zorgtransitie betrokken zijn. “Door die wederzijdse beïnvloeding en anderen te laten meepraten, kan het persoonlijke werk van de bestuurder, toezichthouder of organisatie veranderen.”

Wilma van der Scheer spreekt op het Zorgvisie-congres Governance in de zorg op dinsdag 23 april.

Op welke manier gaat u om met de juridische uitdagingen rondom het samenwerken in netwerken? Hoe krijgt u grip op de financiële risico’s? Met welke leiderschapsstijlen kunt u nu echt niet meer voor de dag komen? Wat voor type wijsheid zet u in?

Meer informatie en aanmelden 

Dat vraagt respect voor en vertrouwen in de competenties en intenties van de ander. Zo vraagt gedeeld leiderschap van zorgprofessionals dat ze aansluiten op mensen met een hulpvraag in plaats van dat zij overrulen. Datzelfde geldt voor managers. Als voorbeeld noemt Van der Scheer een Nederlands ziekenhuis waar verpleegkundigen als probleemoplossers in hun team zijn aangesteld. “Daardoor worden vraagstukken sneller opgepakt en opgelost en kan de manager zich op taaiere zaken richten.”

Veel bijsturen

Bovendien vraagt gedeeld leiderschap het vermogen om de onzekerheid en complexiteit te verduren. “Dat ongemak en alle imperfecties die samenwerking teweegbrengt moeten we niet weg-organiseren via controle, maar erkennen en onderzoeken. Als de transitie niet zou schuren en wringen, zouden we niet de benodigde grote stappen zetten”, stelt Van der Scheer. Om vooruit te komen, adviseert zij bestuurders en toezichthouders kort cyclisch beleidsvoeren en circulair toezichthouden. “Dat betekent dat je niet meer na een beslissing twee jaar vooruit kunt, maar dat je een stap vooruitzet, kijkt of het een goede stap is en het beleid door de praktijk laat corrigeren.” Dat vraagt van toezichthouders en bestuurders niet meer controle, maar goed aangesloten zijn en meebewegen met de beweging. “Zolang er niet voor een stelselwijziging is gekozen, blijft het veel bijsturen en kleine dingen aanpassen om in de beoogde richting te komen.”

Grenzenwerk

Decennialang gedijde de zorg op het verdelen van verantwoordelijkheden. Dat moet worden losgelaten, aldus Van der Scheer. “Zorgpartijen, welzijn, gemeenten en verzekeraars zijn met elkaar verantwoordelijk voor bewoners en kwetsbare mensen en patiënten in de regio. Door die formulering wordt de governance minder krampachtig.” Die gedeelde verantwoordelijkheid werkt nieuwe netwerkorganisaties en coöperaties in de hand. Van der Scheer pleit liever voor een minimalisering van toezicht. “Maak het zo eenvoudig mogelijk en houd heel gericht toezicht op de bedoeling van de beweging.” Die manier van toezichthouden vraagt grenzenwerkers. “Toezichthouders moeten daarvoor over hun organisatiegrenzen stappen, andere toezichthouders ontmoeten en zich verhouden tot het netwerk en het regionale transitievraagstuk.”

Ondanks de benodigde ruimte, is het voor organisaties belangrijk inzichtelijk te krijgen welke consequenties de regionale samenwerking op de individuele organisatie heeft. “Dat betekent op meerdere lagen schakelen en toezicht houden. Maar dat noem ik liever een nieuwe vergaderhygiëne die ingericht wordt dan een nieuwe governancevorm.” Aan zorgbestuurders is het de opdracht hun toezichthouders mee te nemen in de veranderingen. “Trap niet in de verleiding om toezichthouders later bij te praten. Neem ze mee in de inhoud en grote lijnen op basis van gelijkwaardigheid.”

 

Bron: Zorgvisie.nl