MediConnect

 

‘Het besef van een nieuw tijdperk is doorgebroken’

Bestempel de IZA-uitvoering als een algemeen belangenbesluit. Dat bepleit Ad Melkert, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ). Hij reageert op het handhavingsverzoek dat de zelfstandige klinieken bij de ACM hebben ingediend tegen de samenwerking van Groningse ziekenhuizen en verzekeraars. “Ik ben van mijn stoel gevallen. Dit is het paard achter de wagen spannen.”

Wat zijn de belangrijkste trends en ontwikkelingen in 2023?

“De zorg bevindt zich in een overgangsperiode van tijden van overvloed naar tijden van schaarste. Het besef dat we overgaan naar een nieuw tijdperk is dit jaar in de hele sector doorgebroken. Dat vraagt bewustere keuzes rond kwaliteit van leven en kwaliteit van levenseinde. Een andere belangrijke trend is de dubbele vergrijzing, toename van het aantal chronisch zieken, achteruitgang van mentaal welbevinden bij jeugdigen en jongvolwassenen en de verontrustend grote gezondheidsverschillen. Het besef is ingedaald dat de hele sector hier met het sociaal domein en de overheid werk van moet maken. De derde ontwikkeling is de toenemende aandacht voor het belang van preventie en sociale ondersteuning. De afgelopen twintig jaar heeft het Nederlandse beleid behoorlijke missers gemaakt met de jeugdzorg, de volkshuisvestingsproblematiek en de sociale ondersteuningsprogramma’s. Dat komt nu op het bord van de zorg terecht.”

Welke progressie hebben ziekenhuizen geboekt met de uitwerking van het Integraal Zorgakkoord (IZA)?

“Ziekenhuizen zoeken de samenwerking met de gehele keten in de regio op. Schotten lijken verdwenen of buigen mee ter wille van de regionale populatiebehoeften. Verder zie ik dat ziekenhuizen elkaar in de regio opzoeken. De samenwerking in Friesland en Groningen zijn daarbij interessante voorbeelden. Ziekenhuizen transformeren naar open ziekenhuizen die onderdeel uitmaken van het grotere geheel. De gesprekken met andere branches, zorgverzekeraars en gemeenten zijn gestart. Daar valt nog veel werk te verzetten.”

Zorgverzekeraars Nederland pleit dat er meer aandacht moet zijn voor spreiding van zorg. Hoe staat het met dit dossier?

“Spreiding en concentratie worden vaak als twee extremen bestempeld. Bij de NVZ hebben wij het liever over spreiding én concentratie. Beide zijn onderdeel van netwerkzorg. Wat betreft de diagnostiek en systeembehandeling zal spreiding in hoge mate van belang zijn, zodat ziekenhuizen in de brede zin geëquipeerd blijven. Daarbij is de wisselwerking met de huisarts en ouderenzorg voor chronische ziekten en multimorbiditeit van belang. Vervolgens staan wij open voor de concentratie van hoogcomplexe chirurgische interventies die in het belang zijn van de patiëntuitkomsten. Dat is de volgorde en samenhang.”

Waar loopt het voor de ziekenhuizen nog spaak in het IZA?

“Om samenwerking in de keten te bevorderen, is betaalruimte van groot belang. Als domeinoverstijgende bekostiging te langzaam verloopt of te veel juridische haken en ogen kent, kan een spoedwet voor een domeinoverstijgende betaaltitel een versnelling tot stand brengen. Het tweede probleem is de Mededingingswet. Ik ben van mijn stoel gevallen door het nieuws dat Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN) de ACM heeft ingeschakeld om het Groningse samenwerkingsverband te beoordelen. Dat is het paard achter de wagen spannen.

Ik vind het de hoogste tijd dat de IZA-afspraken en uitvoering binnen de Mededingingswet als algemeen economisch belang worden gekwalificeerd, waardoor de ACM geen directe taak meer heeft. Daarbij mogen deelaspecten wel op concurrentie worden getoetst, maar niet de IZA-uitvoering. Hoewel er volgens de ACM veel kan, blijft men in de praktijk schichtig om zich heen kijken of wordt de ACM als alibi gebruikt. Daar moeten we van af. Het derde probleem is de gegevensuitwisseling en de transparantie van data. Ik heb de  goede hoop dat we met de Wegiz flinke stappen kunnen zetten, maar de interoperabiliteit binnen één centrale infrastructuur en standaard moet in 2024 wel waargemaakt worden. Dat vraagt meerjarige financiering.”

BDO waarschuwde afgelopen najaar dat de magere ziekenhuisrendementen passende zorg blokkeren. Hoe staan de ziekenhuizen er financieel voor?

“De ontwikkeling in een te groot aantal ziekenhuizen baart mij zorgen. Daarbij ervaar ik dat zorgverzekeraars de neiging hebben om eerder een stap terug te zetten naar pxq-afspraken en minder geneigd zijn financiële zekerheid te bieden middels meerjarenafspraken. Als de continuïteit van ziekenhuizen niet met meerjarenafspraken  geborgd wordt en de aanvraag van transformatiegelden niet versimpelt, dan gebeuren er ongelukken. We moeten steviger de handen ineen slaan met de zorgverzekeraars.”

Welke oproep doet u aan een volgend kabinet?

“Als ik het tempo van de formatie zie, dan duurt het nog even voordat er een nieuw kabinet zit. Ik wend mij daarom liever tot de Tweede Kamer. De ervaring leert dat gedurende een demissionair kabinet de Tweede Kamer de baas is. In januari gaat de Kamer met de begrotingsbehandeling VWS aan de slag. Ik pleit ervoor dat er in de eerste helft van 2024 knopen worden doorgehakt over financiering van een landelijk systeem om gegevens uit te wisselen. Als dit niet gebeurt, gaat het IZA niet slagen. Een ander belangrijk dossier is de belofte van toenmalig minister De Jonge om invulling te geven aan het SER-advies over de loonkloof. Met de cao’s zijn flinke stappen gezet, maar volgens de laatste AWVN-berekeningen is het gat van 6 procent nog steeds niet gedicht. De Kamer kan een enorme bijdrage leveren aan behoud van personeel door bij de behandeling van de VWS-begroting in januari geld vrij te maken voor een structurele verhoging van de salarissen van de middengroepen van verpleegkundigen.”

Wat zijn de verwachtingen voor volgend jaar?

“We zijn op stoom gekomen met het Integraal Zorgakkoord. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk de continuïteit van die afspraken is. De transitie vraagt een lange adem en tien jaar toewijding. De politieke steun voor het IZA is daarbij van groot belang. Een andere koers van een nieuw kabinet zou een enorme terugslag betekenen. Als NVZ gaan we verder met de open ziekenhuizen. Daarvoor geven we de zorgkeuzes van ziekenhuizen, de samenwerking met het sociaal domein en de verbinding en versterking van de eerste lijn verder vorm en staat er een stevig zorgaanbod in de regio.”

 

Bron: Zorgvisie.nl