MediConnect

Hoe het LUMC het huwelijksaanzoek van Kuipers’ Erasmus MC afwees

In de ruzie over de concentratie van de kinderhartchirurgie speelt Ernst Kuipers een hoofdrol. Als VWS-minister neemt hij het besluit waardoor Leiden en Utrecht verliezen. Als oud-Erasmus MC-topman wilde Kuipers dolgraag fuseren met het Leiden UMC. Een reconstructie van een mislukte fusiepoging en de gevolgen.

Op 30 november staan LUMC, Amsterdam UMC en UMC Utrecht in de rechtbank tegenover de landsadvocaat. De umc’s vechten in een versnelde bodemprocedure het besluit aan om de kinderhartchirurgie te concentreren in Rotterdam en Groningen. Het vormt de climax van een strijd om macht en status tussen umc’s, die in enkele jaren volledig is geëscaleerd.

Ernst Kuipers, inmiddels demissionair minister van VWS, speelt een hoofdrol in die strijd. Als voormalig topman van het Erasmus MC wil hij de kinderhartchirurgie per se in Rotterdam behouden. Hij is in 2019 initiator van het zogeheten DC3-plan, waarbij Utrecht de kinderhartchirurgie kwijtraakt ten gunste van Groningen, Leiden en Rotterdam. Als minister neemt hij op 13 april 2023 een besluit, waarbij Utrecht en Leiden buiten de boot vallen.

Samen groter

Het dossier van de kinderhartchirurgie maakt onderdeel uit van een groter krachtenveld, waarbij umc’s elkaar aantrekken en afstoten. Relatief ­onbekend is het verhaal hoe het ­Erasmus MC van Ernst Kuipers van 2015-2020 het LUMC tevergeefs het hof maakt. In 2015 zijn de Amsterdamse ziekenhuizen AMC en VUmc bezig te fuseren. Samen zullen zij net iets groter zijn dan Rotterdam. Fusie tussen LUMC en Erasmus MC is volgens Kuipers de enige juiste reactie, zegt hij bij een ontmoeting met het LUMC-bestuur in 2015. “Het kan niet zo zijn dat Amsterdam de grootste wordt”, zou de toelichting van Kuipers zijn geweest op zijn plan om ‘zijn’ Erasmus MC te laten fuseren met het LUMC.

Het LUMC-bestuur ziet een snel fusieproject echter niet zitten. Het gelooft meer in een weg van geleidelijke toenadering, waarbij de umc’s inhoudelijk samenwerken waar dat zinvol is. Een fusie zou dan een natuurlijk en logisch gevolg kunnen zijn. Maar pas over tien of twintig jaar. Voor zo’n lang proces van naar elkaar toe groeien is in het LUMC wel draagvlak, voor een snel en intensief fusietraject ontbreekt dat.

Elkaar wat gunnen

Dat komt mede doordat de Leidse wetenschappers vinden dat de Rotterdammers zich arrogant opstellen. Voor een succesvol fusietraject is een klimaat van elkaar wat gunnen onontbeerlijk. Maar de Rotterdamse specialisten vinden alles goed, zo lang de uitkomst maar is dat zorg uit Leiden naar Rotterdam gaat. Van gelijkwaardigheid is geen sprake.

Het grote Rotterdamse umc wil het Leidse klein duimpje opeten – het Erasmus MC is circa twee keer zo groot als LUMC – is de perceptie van de wetenschappers in Leiden.

Kindergeneeskunde

In 2015 gaat het LUMC-bestuur wel akkoord met intensieve samenwerking van diverse vakgebieden. Kindergeneeskunde vormt daarbij een van de speerpunten. De eerste stappen daarvoor zijn al eerder gezet door voormalig LUMC-bestuurder Ferry Breedveld. De afdelingen kindergeneeskunde in Leiden en Rotterdam werken zo intensief samen dat er sinds 2013 een gemeenschappelijk hoofd is: Edmond Rings, oorspronkelijk afkomstig uit het UMCG.

In 2016 legt Kuipers de fusiewens opnieuw op tafel. Dit keer bij een grotere setting over de samenwerking op het gebied van kindergeneeskunde. De leidende kinderartsen uit Rotterdam en Leiden sluiten aan bij een bijeenkomst van de raden van bestuur van Erasmus MC en LUMC. De bijeenkomst duurt een hele dag. Wat gaat er goed, wat kan er beter? Waar kunnen de bestuurders bij helpen? Aan het einde van de bijeenkomst herhaalt Kuipers de Rotterdamse wens voor een fusie. Zo dwingt hij het LUMC-bestuur om publiekelijk kleur te bekennen. Omdat het LUMC-bestuur vasthoudt aan gefocuste samenwerking, blijft de boodschap dat een fusie nu niet aan de orde is. Fusie zou op de lange termijn de uitkomst kunnen zijn. Het expliciete ‘nee, niet nu’ van Leiden bederft wel een beetje de goede sfeer.

Elkaar versterken

De toenadering gaat echter wel door. In 2016 bespreken de umc’s de topreferente zorg. De bestuurders brengen in kaart waar Leiden en Rotterdam overlap hebben en waar ze elkaar kunnen versterken. Op sommige terreinen zijn ze apart te klein, maar samen groot genoeg om te voldoen aan nationale en internationale kwaliteitsnormen.

Levertransplantaties

Een nieuwe dynamiek ontstaat als eind 2015 het LUMC kwaliteitsissues heeft op de afdeling levertransplantaties. Binnen het Leidse levertransplantatieteam ruziën chirurgen onderling en het LUMC-bestuur grijpt in, in afstemming met de IGJ. Op verzoek van het LUMC-bestuur neemt het Erasmus MC, als goede buurman, de levertransplantaties tijdelijk over.

De afspraak is tijdelijk, maar het Erasmus MC wil later meer. Er moet een gezamenlijk Centrum voor Transplantatiegeneeskunde komen. Bij de eerste gespreksronde daarover van bestuurders en medisch specialisten gaat het al direct mis. Het Rotterdamse afdelingshoofd stelt dat er maar een uitkomst denkbaar is: alle transplantaties gaan naar Rotterdam. Die opstelling ergert de Leidse specialisten mateloos. De hakken gaan direct in het zand.

Groot is beter

Ook in 2017 blijft Kuipers aandringen op een fusie. ‘Groot is beter’ is een van de argumenten die Kuipers hanteert, zo blijkt uit een interne nota waarin hij de toekomstige samenwerking schetst. Samen zijn LUMC en Erasmus MC zo groot dat andere partijen, zoals het ministerie en zorgverzekeraars, niet om hen heen kunnen. Samen kunnen ze ook voorsorteren op de naderende discussie over concentratie van zorg door dat alvast proactief te bewerkstelligen.

Kuipers vindt de samenwerking op inhoud waardevol, maar te ad hoc, waardoor er kansen worden gemist. Om de meerwaarde van samenwerking te benutten is er een gezamenlijke visie nodig en een gezamenlijke profilering naar buiten. Kuipers vermijdt het gevoelige woord ‘fusie’, maar spreekt wel over een bestuurlijke eenheid, bijvoorbeeld in een holding of groepsconstructie.

Daarnaast wijst Kuipers erop dat onduidelijkheid over de toekomst onrust creëert bij de staf van de twee umc’s. Die willen weten waar ze aan toe zijn. Daarom is er een noodzaak om “een punt op de horizon te ­definiëren”.

Formeel verzoek

In de zomer van 2017 raken de beide raden van toezicht betrokken. Gijs de Vries, voorzitter raad van toezicht Erasmus MC, bespreekt fuseren met zijn Leidse evenknie Kees Linse. De voorzitters besluiten een gezamenlijke sessie te organiseren, waarbij ook beide bestuursvoorzitters Kuipers en Willy Spaan aanwezig zijn. Als voorwaarde noemt Leiden dat er een “goede basis van wederzijds vertrouwen” moet zijn.

Ook bij die gelegenheid doet Kuipers een formeel fusieverzoek. Opnieuw weigert Leiden. Het LUMC-bestuur heeft gekozen voor de strategie van gefocuste samenwerking. Die sluit fusie uit. Daar waar het inhoudelijk het beste uitkomt, werkt Leiden samen met het Amsterdam UMC (kinderhartchirurgie), het Antoni van Leeuwenhoek, UMC Utrecht of het Erasmus MC. Altijd op basis van de inhoud, want daar lopen specialisten warm voor. Rotterdam is dus niet per se een voorkeurspartner.

Tot een echt fusietraject waarin werkgroepen in de ziekenhuizen aan de slag gaan, komt het niet. Wel gaat de verkenning voor intensieve samenwerking verder. Onder leiding van adviesbureau KPMG komen de raden van bestuur en enkele afdelingshoofden begin 2020 samen in Den Haag. Ze inventariseren welke vakgebieden in aanmerking komen voor samenwerking. Die zouden organisch naar elkaar toe moeten groeien. De LUMC-bestuurders gaan met een goed gevoel naar huis. Eindelijk voelen ze zich begrepen.

Wantrouwen

Maar een dag later is het wantrouwen weer terug. Want dan maakt het Erasmus MC een strategisch samenwerkingsverband bekend met de TU Delft en de Erasmus Universiteit, de zogeheten Convergence Alliance, op het gebied van medische technologie. Samen zitten LUMC en Erasmus MC al met de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam in de Medical Delta, ook gericht op medische technologie. De Convergence Alliance, die dus al rond was tijdens de gesprekken met KPMG, zegt eigenlijk dat de relatie van het Erasmus MC met de TU Delft net wat belangrijker is dan die met het LUMC. Het LUMC-bestuur voelt zich bedrogen.

Als het LUMC-bestuur bij Kuipers om opheldering vraagt, luidt het antwoord: jullie ‘nee’ dreef ons in de handen van Delft. Leiden is overigens nog steeds welkom. Maar dan moet het LUMC wel exclusief samenwerken met het Erasmus MC. Dus afzien van de andere samenwerkingsverbanden met het Amsterdam UMC en het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis. Dat gaat Leiden een stap te ver. Het LUMC voelt zich buitengesloten. Ook voor het scenario van organisch naar elkaar toegroeien van vakgroepen verdwijnt de animo. Daarmee lijkt de vrijage tussen Rotterdam en Leiden voorbij. LUMC doet de deur dicht.

Multitraumazorg

Ook op een ander terrein vist Leiden achter het net. In 2017 verkennen het LUMC en het Haaglanden medisch centrum (HMC) een brede samenwerking, onder meer op het gebied van multitraumazorg en oncologie. Op tafel ligt een plan voor een academisch multitraumacentrum in Den Haag, onder leiding van het LUMC. Ook is er de ambitie om de locatie Antoniushove in Leidschendam om te toveren tot het Antoni van Leeuwenhoek aan de Rijn, het Universitair Kankercentrum Leiden-Den Haag. De gesprekken verlopen zo goed dat er in 2018 zelfs een intentieverklaring is voor een intensieve bestuurlijke samenwerking. Toch stagneren de gesprekken en doet het HMC later zaken met het Haga ziekenhuis over multi-traumazorg. Leiden staat met lege handen.

Levertransplantaties

Wel succesvol is het LUMC met de levertransplantaties. In 2021 spreken zorgprofessionals uit het Amsterdam UMC en LUMC over samenwerking op het gebied van levertransplantaties en galwegkanker. Amsterdam verwijst levertransplantatiepatiënten dan nog door naar Rotterdam, maar stelt voor om die naar Leiden te verplaatsten. Andersom zou Leiden patiënten met complexe leveraandoeningen dan naar Amsterdam sturen. Ze sluiten in 2021 een intentieovereenkomst, die twee jaar later uitmondt in een strategische samenwerking op het gebied van levertransplantaties en galwegkanker. Deze samenwerking tussen Amsterdam en Leiden ontstemt Kuipers zeer in 2021, want het Erasmus MC wilde juist alle levertransplantaties doen.

Kinderhartchirurgie

In die context van ergernissen over en weer gaat de besluitvorming over de concentratie van de kinderhartchirurgie naar een climax. Kuipers neemt in 2019 het initiatief voor het zogeheten DC3-plan. In dat plan zou de ­concentratie van de kinderhartchirurgie naar Rotterdam, Leiden en Groningen gaan. Het doel is om Utrecht buitenspel te zetten, want dat umc had circa tien jaar geleden bij de concentratie van kinderoncologie al de hoofdprijs gekregen. Toen was alle zorg naar Utrecht gegaan, terwijl daar nog helemaal geen kinderoncologie was. Bij die concentratie voelden de umc’s zich onvoldoende gehoord en die pijn speelt bij de kinderhartchirurgie een rol, verklaart Kuipers in een Kamerdebat op 17 februari 2022.

Eind juni 2021 dient Kuipers het ­DC3-plan in bij VWS namens de drie umc’s. Maar een zichtbare lobby op VWS voert hij als Erasmus MC-topman niet. Dat is ook niet nodig, want als ‘IC-beddenman’ in de coronacrisis zit Kuipers wekelijks aan tafel met de VWS-top. Ook verschijnt hij vaak op tv en zoemt najaar 2021 zijn naam rond als mogelijke ministerskandidaat voor VWS.

Draagvlak in eigen huis

Daarnaast is Kuipers mogelijk terughoudend met de lobby voor DC3 vanwege gebrek aan draagvlak in eigen huis. De Rotterdamse hartspecialisten spelen namelijk dubbelspel. Op het ministerie lobbyen zij in augustus 2021 voor een scenario voor concentratie naar twee centra, terwijl andere ­Rotterdamse hartspecialisten met hun Leidse en Groningse collega’s tot in oktober 2021 de DC3-plannen verder uitwerken. Er blijkt uiteindelijk onder de Rotterdamse kinderhart­specialisten geen meerderheid voor het ­DC3-plan. Ze fluiten hun topman ­Kuipers terug via een brief, ondertekend door kinderhartchirurg Pieter van de Woestijne.

Als de Leidse hartspecialisten begin november 2021 lucht krijgen van het Rotterdamse dubbelspel, is dat een klap in het gezicht. Het laatste restje vertrouwen in Leiden is verdwenen. LUMC en het Erasmus MC staan met de rug naar elkaar toe.

Van vier naar twee hartcentra

De echte climax komt als demissionair minister van VWS Hugo de Jonge op 20 december 2021, vlak voor Kerst en bij de start van het reces van de Tweede Kamer, het voorlopige besluit neemt om de kinderhartchirurgie te concentreren van vier naar twee ­hartcentra. Zonder zorgvuldige ­onderbouwing wijst hij Rotterdam en Utrecht aan. De bom barst. UMCG en LUMC reageren woedend, want van een eerlijke procedure met heldere selectiecriteria vooraf is in hun ogen geen sprake geweest.

Minister Kuipers

Op 10 januari 2022 treedt Kuipers aan als nieuwe minister van VWS. Gezien zijn hoofdrol in het kinderhartdossier zou hij, om de schijn van belangen­conflicten te voorkomen, kunnen ­besluiten dit dossier aan zijn ­collega-minister Conny Helder over te dragen. Dat doet hij niet. Op 11 januari 2022 schrijft hij dat hij vasthoudt aan het voorgenomen besluit van zijn voorganger Hugo de Jonge om te concentreren naar twee hartcentra, maar dat hij wel opnieuw naar de locatiekeuze gaat kijken. Hij vraagt de NZa om een analyse naar de impact van verschillende scenario’s.

Impact-analyse NZa

Maar het advies van de NZa-impact-analyse van december 2022 legt ­Kuipers deels naast zich neer. De NZa waarschuwt voor een geïsoleerd ­besluit over kinderhartchirurgie. Dan moet de kinder-IC in het LUMC ­mogelijk sluiten en daarmee komt de academische status van het LUMC in gevaar. Ook wijst de NZa op risico’s voor de acute zorg in Noord-Nederland als de kinderhartchirurgie uit Groningen verdwijnt. De NZa adviseert de concentratie van de kinderhartchirurgie onderdeel te laten zijn van een grotere herschikking van het academische zorglandschap. Maar dat ziet Kuipers niet zitten, omdat de besluitvorming in zijn ogen dan nog complexer wordt en langer zal duren. Die tijd is er niet.

Beladen geschiedenis

Daarom neemt Kuipers als minister op 13 april 2023 het definitieve ­besluit. Hij wijst Rotterdam en ­Groningen als winnaars aan. Utrecht en ­Leiden vissen achter het net: twee umc’s waarmee Kuipers een beladen geschiedenis heeft. Het UMCU ­vanwege de kinderoncologie, het LUMC vanwege de mislukte fusie. Het LUMC, samen met Amsterdam UMC en UMCU vechten het besluit juridisch aan, omdat ze het onrechtmatig ­vinden. De rechter zal eind 2023 ­uitspraak doen in de rechtszaak die dient op 30 november.

 

Bron: Zorgvisie.nl