MediConnect

 

Kuipers kiest het perfecte moment om te vertrekken

Wat weet Ernst Kuipers wat Nederland niet weet? De voortijdig opgestapte demissionaire minister van VWS houdt van concrete resultaten, maar wilde blijkbaar niet een paar maanden wachten totdat duidelijk is of het transformatiegeld de zorg in beweging zou zetten. Of pronken met de regioplannen én de concentratie van de oncologie en hart-vaat die deze maand duidelijk moeten worden. Wist hij dat de rechter zijn beslissing over de concentratie kinderhartchirurgie zou vernietigen?

Samenwerking en concentratie in de zorg zijn het pièce de résistance van ‘zijn’ Integraal Zorgakkoord. Wellicht ziet hij dat samenwerking in die regioplannen onmogelijk blijkt, niet ver genoeg gaat of te langzaam. En merkt hij dat ROAZ-regio’s, ziekenhuizen, artsen en wetenschappelijke verenigingen er onvoldoende in slagen om de concentratie van de zorg met elkaar te regelen. Zeker nu de rechtbank heeft geoordeeld dat de besluitvorming rond dit soort concentratie onzorgvuldig is geweest.

Omdat Kuipers het zorgveld goed kent, wist hij in een half jaar na zijn aantreden (begin 2022) de belangrijkste zorgpartijen achter het IZA te krijgen. Waar de zorgverzekeraars, Zorginstituut, NZa, zorgorganisaties zelf en brancheverenigingen er jaren niet in slaagden om de grootste problemen op te lossen, legde Kuipers zijn visie op aan de sector.

Belangrijkste doelen van IZA zijn: beperking van uitgaven, aanpakken van personeelstekort en de concentratie van zorg. Kuipers ziet misschien dat het te langzaam werkt, zoals alles in de zorg langzaam gaat. Vorige maand nog drong hij er bij de zorgverzekeraars op aan om veel sneller de transformatiegelden ter beschikking te stellen. Nu er een mooie buitenlandse baan voor het grijpen ligt, kiest hij eieren voor zijn geld.

Bekostiging van samenwerking

Dan nog: als er samenwerkingsplannen tussen zorgorganisaties tot stand komen, moet veel langer dan Kuipers had voorzien gewacht worden op structurele financiering nu NZa er niet in slaagt om een domeinoverstijgende betaaltitel te formuleren. Daarvoor moeten enkele wetten worden gewijzigd, iets dat jaren in beslag zal nemen. In de tussentijd is de bekostiging van een samenwerking afhankelijk van de grillen van zorgverzekeraars in een regio.

Kuipers is altijd optimistisch geweest over de voordelen van samenwerking. Samenwerking maakt echter de zorg nóg complexer. Anderhalf jaar geleden werd IZA ondertekend, met vele deadlines, maar de meeste worden niet gehaald, wellicht wel nooit.

Niet in DNA van de zorg

Want samenwerking zit niet in het DNA van de zorg. In een handvol regio’s is een bescheiden vooruitgang geboekt. Het lukt de sector moeilijk om samen te werken: umc’s hebben hun eigen belangenvereniging, de algemene ziekenhuizen en de topklinische ziekenhuizen, en binnen de STZ functioneert Santeon nog apart. Over één van de kleinste specialismen, kinderhartchirurgie, kunnen de umc’s na dertig jaar ruziën nog geen consensus vinden.

Zelfs binnen ziekenhuizen werken afdelingen en zorgprofessionals vaak langs elkaar heen: verpleegkundigen voelen zich miskend en onvoldoende geïnformeerd door artsen. Artsen hebben zich ook gescheiden van elkaar door te werken in loondienst of in een msb. De gebrekkige samenwerking van verpleegkundigen met artsen en de povere communicatie met raden van bestuur is een van de belangrijkste redenen voor het massale vertrek van verpleegkundigen.

Uitwisseling van data

Samenwerking in de regio vergt een goede uitwisseling van data, ook geen sterk punt in de zorg. Artsen delen data beperkt met verpleegkundigen, andere zorgorganisaties, patiënten (waardoor ze geen afgewogen keuze kunnen maken) en zorgverzekeraars – dus waarom zouden ze data delen met hun directe concurrenten? Daar komt bij dat veel zorginstellingen liever zelf het wiel willen uitvinden en niet zitten te wachten op andermans data. Voorbeeld: bij vijftien ziekenhuizen loopt op dit moment een pilot met ‘slimme pleisters’.

“Hij kiest ervoor om het zinkende schip te verlaten”, zegt Elise Merlijn, bestuurder bij FNV Zorg & Welzijn. Het IZA van Kuipers loopt daardoor waarschijnlijk vertraging op. “Zeer onwenselijk vanwege de huidige staat van de zorg”, liet collega-bestuurder Femke Merel van Kooten van NU’91 weten. “Zeker gezien de zorgprofessionals die dagelijks tegen de grote problemen in de zorg aanlopen.”

Geen goed nieuws

Een abrupte ministerswissel is geen goed nieuws voor de stabiliteit van de zorg, zegt David Baden, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen. “Er zijn de afgelopen periode veel intenties uitgesproken. Dan is het zeer onprettig als een belangrijk iemand ineens weggaat. Je verwacht stabiliteit, maar dat is er nu niet.”

De ontslagbrief van Kuipers aan de Koning laat een klein gaatje open. Er is een kans dat de zorgsector Kuipers binnenkort toch terugziet, in een andere rol. Kuipers schrijft dat innovatie en samenwerking uiteindelijk leidt tot betere kwaliteit. “Dat vraagt om intensieve en internationale samenwerking. Hoe dan ook blijf ik verbonden met de zorg.”

 

Bron: Zorgvisie.nl