Loonachterstand zorgpersoneel juist opgelopen
Twee jaar na het advies van de SER om de loonachterstand van zorgwerknemers weg te werken, is het tegenovergestelde gebeurd. De salarissen zijn ten opzichte van de marktsector en de overheid juist verder achteropgeraakt.
Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de lonen in de zorgsector de afgelopen twee jaar (juni 2021 tot juni 2023) 1,4 procent zijn achtergebleven bij het gemiddelde salaris in het bedrijfsleven en 1,9 procent bij de lonen van de overheid.
Hierdoor is het verschil tussen de lonen in de zorg en die van werknemers bij de overheid opgelopen van 6 procent naar 7,9 procent. Ook het verschil met personeel in de marktsector is toe- in plaats van afgenomen. Dat steeg van 9 procent in juni 2021 naar 10,4 procent juni dit jaar.
Actieagenda voor de zorg
In mei 2021 publiceerde de Sociaal-Economische Raad (SER) een invloedrijk rapport over de arbeidsmarkt van de zorgsector: Aan de slag voor de zorg. Actieagenda voor de zorgarbeidsmarkt. Conclusie van het belangrijkste adviesorgaan van de regering was dat de lonen in de zorg gemiddeld 6 procent achterliepen ten opzichte van de overheidssalarissen en 9 procent in vergelijking met die uit het bedrijfsleven. Aanbeveling was om dat verschil in te lopen.
Loonkloof in fases dichten
Brancheorganisaties, kabinet, Tweede Kamer en bonden beloofden daarop deze loonkloof in fases te dichten. Daarvan is niets terechtgekomen. Hoewel de zorglonen (FWG 35 tot en met FWG 65, inclusief incidentele vergoedingen) van juni 2021 tot juni 2023 zijn toegenomen met gemiddeld 8,8 procent, stegen de salarissen in de markt- en overheidssector meer: respectievelijk 10,2 procent en 10,7 procent.
Bron: zorgvisie.nl