MediConnect

 

Nieuwe lijst moet bestuurders grip op kwaliteit geven

Grip krijgen op kwaliteit van zorg wordt bemoeilijkt door het oerwoud aan richtlijnen – meer dan tweeduizend – die de overheid en beroepsorganisaties hebben gemaakt, zeggen onderzoekers Jan Hazelzet en André Klappe. Met een nieuwe kwaliteitslijst in de hand lukt het bestuurders mogelijk wel. Dat biedt ook mogelijkheden voor meer transparantie naar buiten toe.

In 2014 al concludeerde beleidsmedewerker kwaliteit en veiligheid Louise Blume van het Atrium MC in Medisch Contact dat er te veel richtlijnen zijn. Op dat moment waren het er 1200. Inmiddels zijn het ongeveer tweeduizend. De richtlijnen staan in een database die wordt onderhouden door de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen. Blume concludeerde toen ook dat het ondoenlijk is om aan alle richtlijnen te voldoen.

Verkeerde volgorde

Dat sterkte Jan Hazelzet, hoogleraar Kwaliteit en uitkomsten van zorg bij Erasmus MC, in het idee dat ziekenhuizen werken aan kwaliteit met de verkeerde insteek. Hazelzet: “Kwaliteitsbeleid maken kan pas als er overzicht is. Ziekenhuizen zouden moeten streven naar een continue verbetering van kwaliteit van zorg. Nu willen ze eigenlijk alleen voldoen aan de regels. Als bestuurders de intrinsieke behoefte hebben om continu te verbeteren, zullen ze ook voldoen aan die regels. De volgorde is nu dus verkeerd.”

Alleen op persoonlijke titel

Hazelzet legde vervolgens contact met André Klappe, destijds consultant, nu beleidsadviseur bij Santeon en onderzoeker bij Parnas. Ook Klappe had al eens geprobeerd alle richtlijnen overzichtelijk te maken. Samen met Hazelzet besloot hij dat nu echt goed te onderzoeken.
Ze begonnen bij de accreditatie-gidsen van verschillende audit-organisaties, maar keken ook naar richtlijnen in handreikingen, convenanten en andere gidsen. Alle bepalingen werden in een database verzameld en met kunstmatige intelligentie werd daaruit een serie van kernthema’s afgeleid. Dat was de basis voor de onderzoeksmethode Delphi-studie, waarin de thema’s zijn voorgelegd aan kwaliteitsmedewerkers, zorgprofessionals, bestuurders, maar ook aan functionarissen van de IGJ, Samenwerkende Topklinische Ziekenhuizen en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra.

Saillant detail is dat alle deelnemers aan de Delphi-studie op persoonlijke titel mee wilden doen en niet als vertegenwoordiger van de organisatie zelf. Volgens Hazelzet is dat niet erg, omdat het anders veel te lang geduurd zou hebben. “Het zou de verkeerde bureaucratie opleveren. We streven naar praktische toepasbaarheid en niet naar algehele acceptatie. Anders gaan de lades dicht in plaats van open.”

Richtlijnen voor goede zorg

De onderzoekers keken vooral naar de richtlijnen die iets zeggen over de organisatorische opdracht van een zorginstelling om goede zorg te leveren. Dat resulteerde in 54 thema’s, verdeeld over drie hoofdstukken: patiëntenzorg, mensen en middelen en besturing. Voorbeelden van thema’s uit patiëntenzorg zijn patiëntenvervoer, voorlichting en kwetsbaarheden patiënt. Voorbeelden van thema’s uit mensen en middelen zijn bekwaamheid zorgprofessionals en medicatie. Besturing omvat thema’s als leiderschap, contractering externe partijen en voorbereiden veranderingen.

Kwaliteit is gefragmenteerd

Door al die richtlijnen is de regeldruk voor zorgorganisaties zo groot dat er een compleet nieuwe bedrijfstak is ontstaan om zorgorganisaties te helpen. Met de term compliance management proberen zorgorganisaties zich een weg te banen door het oerwoud van regels. Accreditatiebedrijven als Joint Commission International (JCI) en Qualicor Europe helpen hen daarbij.

Ziekenhuizen hebben het managen van kwaliteit verschillend ingericht. Bij de meeste ziekenhuizen is kwaliteit opgedeeld over het aantal afdelingen. Er is daardoor niet echt iemand die zich richt op integrale kwaliteit van bijvoorbeeld ouderenzorg of infectiebestrijding. Het is daardoor nogal gefragmenteerd. Klappe ziet vaak een heel landschap aan controlemechanismen voorbijkomen, zoals spiegelgesprekken, patiënttevredenheidsonderzoeken, audits en prestatie-indicatoren. Klappe: “Dat is allemaal nodig, maar de vraag is of ziekenhuizen zo ook toekomen aan het verbeteren van de zorg of dat er alleen wordt afgevinkt. Richtlijnen zijn belangrijk, maar de vraag is of je continu aandacht kunt hebben voor alles.”

Patiënten inzage geven

Met de door Klappe en Hazelzet samengestelde lijst wordt het volgens laatstgenoemde voor bestuurders makkelijker om op te noemen wat een ziekenhuis doet op het gebied van ouderenzorg. Klappe vult aan: “Met deze behapbare lijst kun je per afdeling of zorgpad eenvoudig vaststellen waar meer aandacht nodig is. Het kan ook bijdragen aan een goede voorbereiding op accreditaties of een inspectiebezoek.”

En met de lijst wordt het volgens Hazelzet voor bestuurders ook mogelijk om patiënten en toezichthouders concrete inzage te geven in hoe de organisatie omgaat met kwaliteit van zorg. “Het is makkelijker om als organisatie te rapporteren over 54 onderwerpen, dan te zeggen: ‘ik voldoe aan 2200 eisen en richtlijnen’.”

Hazelzet nodigt alle zorgorganisaties – ziekenhuizen, maar ook vvt-organisaties of eerstelijnsorganisaties – die ook de bedoeling achter richtlijnen zoeken, uit de lijst ter hand te nemen en met de bril op van ‘continu willen verbeteren’ te bekijken.

Eigenaar van kwaliteit

De onderzoekers hebben meerdere hypothesen opgesteld over de mogelijke resultaten van het gebruik van de lijst. Het kan de administratieve lasten verminderen en de focus verleggen. En mogelijk wordt er zo meer draagvlak gecreëerd voor kwaliteitsverbetering onder zorgprofessionals. Hazelzet: “Zorgprofessionals zijn eigenlijk de eigenaar van het kwaliteitsbeleid, maar nu is dat neergelegd bij kwaliteitsafdelingen en bij bestuurders. Met deze lijst willen we ook zorgprofessionals faciliteren, zodat ook zij makkelijker eigenaar van kwaliteit kunnen zijn.”

 

Bron: Zorgvisie.nl