NVZ: Ziekenhuis loopt enorm risico door knellende contracten
Bij de meeste ziekenhuizen knellen de zorgbudgetten die zorgorganisaties en zorgverzekeraars afspreken. Vooral bij dominante verzekeraars in een regio wordt het afgesproken budget niet opgemaakt en bij kleinere verzekeraars is vaker sprake van een overschrijding, constateert de NVZ. In de praktijk lopen ziekenhuizen hierdoor “enorme financiële risico’s”, schrijft de branchevereniging.
Deze dynamiek is niet nieuw, maar lijkt na corona wel een vlucht te hebben genomen. Voor een ziekenhuis betekent een te lage productie dat maar een deel van de vaste kosten worden gedekt, legt de NVZ uit. Een te hoge productie wordt ook niet volledig bekostigd door de verzekeraar. “Aangezien de marge van het ziekenhuis relatief beperkt is (slechts 1,5 procent) lopen ziekenhuizen hierop al snel forse financiële risico’s”, benadrukt de NVZ.
Andere zorgvraag
Uit een aantal analyses die de NVZ heeft laten uitvoeren komt een beeld naar voren waarin de zorgvraag van de verschillende groepen verzekerden van verzekeraars onverwacht is veranderd. Onderliggend lijken er ook andere veranderingen te spelen die een groot effect hebben.
Zo hebben de vier grote verzekeraars marktaandeel verloren te opzichte van de kleinere. Tussen 2012 en 2023 daalde het aandeel van de grote verzekeraars van 90,1 procent naar 84 procent. Maar uit analyse van Vektis blijkt dat het aandeel van een grote zorgverzekeraar voor ziekenhuizen sneller daalt dan uitsluitend door het verlies van marktaandeel van de grote verzekeraar te verklaren valt. Het aandeel van de kleinere verzekeraars stijgt weer sneller dan op grond van alleen de positieve overstapmutatie wordt verwacht.
Logex concludeerde na analyse van de landelijke zorgproductie en de contractafspraken over 2022 dat bij contracten met dominante verzekeraars, veelal de grootste, de plafonds niet worden gehaald en dat de onderproductie deels wordt vergoed. Bij kleine verzekeraars vindt vaker overproductie plaats die niet zou worden vergoed.
Kenmerken verzekerden
Een hypothese van Gupta Strategists is dat de oorzaak hiervoor zou liggen in de kenmerken van de populaties van verzekerden. Grote verzekeraars hebben bijvoorbeeld een relatief hoger aantal oudere verzekerden en kleinere verzekeraars zouden relatief meer jongeren verzekeren. Volgens Gupta stijgen de kosten voor de ziekenhuiszorg van een persoon tot aan het zeventigste levensjaar waarna het stabiel blijft of zelfs afneemt.
Dit zou betekenen dat een hoger aantal oudere verzekerden ook minder verwachte groei van de zorg betekent omdat de zorgvraag stabieler is. Ook een hogere sterfte drukt de verwachte groei in de zorgvraag terwijl bij relatief jongere verzekerden de zorgvraag toeneemt. De coronapandemie waarbij veel ouderen stierven versterkt dit effect nog eens.
Krimp totale budget
In de onderhandelingen met zorgverzekeraars zien sommige ziekenhuizen dat wanneer er sprake is van onderuitnutting dat als startpunt wordt genomen voor een nieuw plafond, terwijl wanneer sprake is van overuitnutting dit hogere niveau niet als startpunt wordt genomen. Lokaal kan dit voor problemen zorgen. “Op deze wijze krimpt het totale budget van het ziekenhuis jaarlijks”, concludeert de NVZ.
De NVZ zelf een aantal oplossingen voor de contractering op papier gezet die het toegenomen risico voor ziekenhuizen aanpakken. Zo zou in de ideale situatie elke verzekeraar precies het marktaandeel in de begroting van het ziekenhuis financiering. Bijvoorbeeld in de vorm van een aanneemsom met kpi’s om de transitie naar passende zorg te faciliteren.
Een andere manier is om bij de dominante verzekeraar een aanneemsom af te spreken en bij andere verzekeraars een productieafhankelijke afspraak te maken. Zo is de kans het grootst dat de gemaakte productie voor de dominante verzekeraar wordt gedekt door het contract.
Ook kan met elke verzekeraar een staffelafspraak bij overproductie en onderproductie op de contractwaarde worden afgesproken. Op deze manier vult het ziekenhuis tekorten en overschotten op de verschillende contracten eigenlijk zelf in. Om het meest effectief te zijn moeten de percentages van de staffelafspraken wel dicht bij elkaar liggen.
Bron: zorgvisie.nl