MediConnect

 

 

Slaapstoornis door nachtwerk: jongeren vaker de klos

Nachtdiensten verstoren het dag-nachtritme van het lichaam. Dit kan invloed hebben op de gezondheid en bovendien leiden tot een slaapstoornis. De kans op die laatste blijkt groter bij jonge werknemers. Opvallend: hun opleidingsniveau speelt daarbij een rol.

Het risico op een slaapstoornis blijkt het grootst bij nachtdiensten en wisseldiensten. Maar ook avonddiensten en vroege ochtenddiensten kunnen chronische slaapverstoring veroorzaken. Bij oudere werknemers en hoger opgeleiden leiden ploegendiensten minder vaak tot problemen. Dat blijkt uit een enquête van de GGZ Drenthe en de Rijksuniversiteit Groningen onder ruim 37.000 Vlamingen.

De helft van de nachtwerkers slaapt minder dan zes uur per nacht. Eveneens de helft kampt met minimaal één chronische slaapstoornis (langer dan drie maanden). Maar liefst een kwart van de werkenden met nachtdiensten heeft minimaal twee slaapstoornissen.

Slaapstoornis wezenlijk anders dan slaapprobleem

Een slaapstoornis is niet hetzelfde als een slaapprobleem, legt Marike Lancel uit. Lancel is bijzonder hoogleraar Slaap en Psychopathologie bij de RUG en een van de onderzoekers. “Bij een slaapstoornis heb je langer dan drie maanden, vaker dan drie keer per week last van slaapproblemen. En die hebben gevolgen voor je functioneren. Het gaat dan om vermoeidheid, maar ook om concentratieproblemen, prikkelbaarheid of een negatievere stemming.”

In het onderzoek is gekeken naar een breed scala aan slaapstoornissen door werk in ploegendiensten. Naast slapeloosheid gaat het daarbij om hypersomnia (slaperigheid overdag) en parasomnia (onder andere slaapwandelen en nachtmerries). Ook slaapapneu, het rusteloze benensyndroom en verstoringen van het slaap-waakritme zijn meegenomen.

Jongeren kampen vaker met een slaapstoornis

Bijna al deze stoornissen blijken zich vaker voor te doen onder jongeren. Mannen slapen daarbij gemiddeld iets korter dan vrouwen en lijden vaker aan slaapapneu. Maar alle overige stoornissen manifesteren zich juist vaker bij vrouwen. Bij nachtwerkers boven de vijftig neemt de kans op een slaapstoornis overigens ook toe.

Meer dan 50.000 mensen hebben de vragenlijst ingevuld. Hoewel die geen concrete vragen bevatte over welk beroep de respondent uitoefende, valt daar wel iets over af te leiden uit de resultaten. Namelijk dat een jonge nachtwerker in een distributiecentrum een groter risico loopt op een slaapstoornis dan een 40-jarige arts.

Mogelijke verklaringen daarvoor? Lancel: “Die orderpicker kan ’s nachts moeilijker een powernap nemen. En even slapen werkt goed voor herstel. Daarnaast verdient die arts meer geld. Daardoor beschikt hij waarschijnlijk eerder over een woning met een stille en goed donkere slaapkamer.”

Zo beperken we de effecten van nachtdiensten

Ruim een vijfde van de werknemers in de Europese Unie draait soms avond-, nacht- of vroege ochtenddiensten. De negatieve effecten van die diensten kun je verkleinen, maar nooit helemaal wegnemen. Mensen die in ploegendiensten werken hebben nu eenmaal een ander slaap-waakritme dan de omgeving waarin ze leven.

 

Deze rol heeft de arboprofessional bij nachtwerk

Toch hebben werknemers en arboprofessionals wel degelijk een rol bij het zo klein mogelijk houden van de kwalijke effecten van nachtdiensten. Bijvoorbeeld door goede werkschema’s te maken waarin dag- en nachtdiensten elkaar afwisselen. En door sowieso meer aandacht te besteden aan werktijden en de gevolgen van nachtwerk in de RI&E.

Nachtwerkers – jong en oud– kunnen ook zelf iets doen. Zoveel mogelijk een vast ritme aanhouden bij eten en slapen buiten de ploegendienst, bijvoorbeeld. Waar mogelijk daglicht meepakken, want goed voor de biologische klok. Genoeg bewegen en letten op wat je eet. Sommige nachtwerkers hebben baat bij het dragen van een blauwe of oranje bril.

 

Bron: Arbo-online.nl