MediConnect

‘Verpleegkundigen willen als expert gezien worden, niet als poppetje aan het bed’

Een hoge werkdruk, hiërarchische cultuur en weinig autonomie zijn dé ingrediënten voor een hoge uitstroom onder verpleegkundigen. Daarom onderzoekt lector Kim Verhaegh hoe verpleegkundig leiderschap tot een gelukkige beroepsgroep en robuust zorgsysteem leidt. “Zolang verpleegkunde als fabrieksmatige zorg wordt bezien, komt het vak niet tot bloei.”

Verpleegkundigen met zeggenschap zijn veerkrachtiger. Volgens de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) is zeggenschap niet voor niks een belangrijke oplossing voor de personeelstekorten. De praktijk is echter weerbarstig. Uit een peiling van het Landelijk Actieplan Zeggenschap en Veerkracht beoordelen verpleegkundigen hun professionele zeggenschap met een schamele 5.

Expertise zien

Ook Kim Verhaegh, verpleegkundige, antropoloog en lector Verpleegkundig Leiderschap bij Hogeschool Leiden en Alrijne Zorggroep, ziet in haar onderzoek genoeg ruimte voor verbetering. “In de praktijk bepalen bestuurders, beleidsmakers en artsen de zorgagenda. Verpleegkundigen mogen daarbij pas aan het einde meedenken over de uitvoering.”
Het betrekken van verpleegkundigen bij de zorgagenda leidt volgens Verhaegh tot betere kwaliteit van zorg en meer werkplezier. “Verpleegkundigen willen als expert gezien worden, niet als poppetje aan het bed.” Wanneer verpleegkundigen vooral ingezet worden voor routinematige handelingen, stompen ze af. “En zo komt het vak nooit tot bloei.”

Jongere generatie

De urgentie is volgens de lector hoog. “Veel verpleegkundigen verlaten het vak, ook jonge verpleegkundigen. Zonder deze grootste beroepsgroep valt er geen zorg te leveren.” Verhaegh stelt dat de jongere generatie de werkprivébalans en loopbaanontwikkeling hoger op de agenda heeft staan. “Als de werkdruk hoog is, er onvoldoende geluisterd wordt en de organisatie te hiërarchisch is, zijn verpleegkundigen weg. Diezelfde trend zien we bij jonge artsen.”
Om verpleegkundigen meer invloed te laten uitoefenen op de ontwikkeling van hun vak, verricht Verhaegh sinds 2020 onderzoek binnen de algemene gezondheidszorg. Daarbij focust zij zich op de vraag hoe de beroepsgroep zich kan professionaliseren en meer autonomie en zeggenschap verwerft. Daarnaast stimuleert en ondersteunt Verhaegh zorginnovaties waarin verpleegkundigen het voortouw nemen en onderzoekt zij de impact van verpleegkundig leiderschap op een robuust en duurzaam zorgsysteem.

Artistieke vrijheid

Op woensdag 15 november deelt Verhaegh de contouren van haar onderzoeksprogramma in haar rede ‘De kunst van verpleegkundig leiderschap’. Daarmee refereert zij naar Florence Nightingale, die verpleegkunde een kunst noemde. Ook Verhaegh ziet veel raakvlakken tussen kunst en verpleegkundig leiderschap. “Net als een kunstenaar moeten verpleegkundigen gebruikmaken van hun zintuigen en luisteren naar hun innerlijke stem.” En zoals een kunstenaar goed gebruikmaakt van technieken en materialen, dient ook een verpleegkundige gebruik te maken van de bestaande instrumenten en kennis om goede zorg te verlenen. “Bovendien laat een kunstenaar zich beïnvloeden door invloeden van buitenaf. Dat geldt ook voor verpleegkundig leiders. De mensen met wie zij samenwerken, de individuele achtergrond en organisatiecultuur hebben invloed op de uitoefening van het vak.” Om tot het kunstwerk – goede zorg – te komen, moeten verpleegkundig leiders de artistieke vrijheid krijgen om mee te beslissen over het beroep, concludeert Verhaegh.

Zeggenschap in de Wkkgz

De formalisering van zeggenschap in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) biedt volgens Verhaegh een stimulans. “Het is echter geen reden om met de wet te wapperen en met de mededeling dat verpleegkundigen het voortaan voor het zeggen hebben.” De beroepsgroep moet volgens de lector zelf invulling geven aan zeggenschap. “Daarvoor moeten verpleegkundigen hun bescheidenheid loslaten, zich durven uitspreken en geen onderdanige rol tolereren. En het vraagt een kritische reflectie op het vak en de verbetering daarvan.”
Verhaegh constateert verder dat verpleegkundigen ondervertegenwoordigd zijn in maatschappelijke discussies over de zorg, bijvoorbeeld in talkshows en zorgdebatten. “Ook op politiek niveau kunnen verpleegkundigen zich vertegenwoordigen en uitspreken over de zorg.”
Binnen de verpleegkundeopleiding valt er ook werk te verzetten. “Hoewel er bewustzijn is voor leiderschap, ontbreken de instrumenten voor shared governance, de ontwikkeling van politieke sensitiviteit en kennis over het speelveld.”

Shared governance

Ook van zorgbestuurders vraagt dit de nodige inspanning. “Evalueer kritisch de organisatiecultuur en pak een hiërarchische sfeer aan. Bied daarnaast een veilig werk- en leerklimaat, investeer in loopbaanontwikkeling en geef verpleegkundig leiders de ruimte.” Als voorbeeld noemt Verhaegh Alrijne Zorggroep, waar leiderschapsprogramma’s en functiedifferentiatie tot meer werkplezier en betrokkenheid en een verbeterde samenwerking leiden. “Daarnaast wil de Verpleegkundig Adviesraad (VAR) van een adviserende functie doorgroeien naar een coördinerend en bestuurlijk orgaan dat de zorgagenda middels shared governance vormgeeft.” 

In alle lagen

Verhaegh benadrukt dat het niet expliciet om formeel leiderschap gaat, bijvoorbeeld managementposities. “Het gaat erom dat verpleegkundigen in alle lagen van de organisatie de ruimte krijgen en nemen om over verpleegkundig beleid mee te denken en te beslissen. In een tijd van schaarste en een hoge werkdruk vraagt dat creativiteit en doorzettingsvermogen.”

 

Bron: Zorgvisie.nl