MediConnect

 

Wouter Bos: ‘Verzekeraar betaalt hoge prijs voor pijnlijke keuzes over zorglandschap’

Verzekeraars moeten wat minder defensief de discussie aangaan over samenwerking en concurrentie. De schaarste aan geld en personeel maakt een nieuwe balans tussen samenwerken en concurreren noodzakelijk, zei Wouter Bos, bestuursvoorzitter Menzis, op het Zorgvisie-congres over dit thema. “Laten we eens doordenken over regionale samenwerkingsverbanden die samen zorg regelen in een regio, waarbij individuele instellingsbelangen ondergeschikt zijn aan het regionale belang van een evenwichtig zorgaanbod.”

Het fundament van ons zorgstelsel is al veertig jaar oud, zegt Bos op het Zorgvisie-congres Samenwerken en concurreren op 30 november in Utrecht. Voorafgaand aan de invoering van de gereguleerde concurrentie in 2006, werd twintig jaar gedebatteerd. Via plan-Dekker en plan-Simons leidde dat uiteindelijk tot de huidige de Zorgverzekeringswet. Er was geen tekort aan geld of mensen in de zorg. Dat keuzevrijheid en concurrentie dus een prominente rol speelden, was heel begrijpelijk.

Schaarste = verdelingsvraagstuk

Maar de situatie nu in de gezondheidszorg is er één van schaarste aan personeel en geld. Er is dus een verdelingsvraagstuk, waarbij een eerlijke en efficiënte verdeling van de schaarse middelen misschien meer gewaardeerd wordt dan concurrentie en keuzevrijheid. Bovendien wordt de vraag naar wie er uiteindelijk over die verdeling beslist, in zo’n situatie ook luider. Daarom klinkt er een roep om doorzettingsmacht, redeneert Bos.

Rollen verzekeraars botsen

Ook zorgverzekeraars hebben die macht niet, legt Bos uit. Zij hebben drie rollen die af en toe op gespannen voet staan met elkaar. Zorgverzekeraars hebben allereerst een commerciële rol om zoveel mogelijk polissen verkopen. Ze zijn ook de partij die prijzen laag probeert te houden bij de zorginkoop in het belang van premiebetalers. En daarnaast moeten ze, zeker als ze in een regio de grootste zijn, regie voeren op de vorming van een toekomstbestendig zorglandschap.

Zorglandschap

Maar een verzekeraar die pijnlijke keuzes maakt bij de inrichting van het zorglandschap, betaalt daarvoor een prijs in de polisverkoop. Bos: “Zeker als andere verzekeraars niet hoeven te volgen in die pijnlijke keuzes. En de zorgaanbieder die hard nodig is om mee samen te werken in de regio, kan de zelfde zijn als de zorgaanbieder met wie moeizaam moet worden onderhandeld om de prijzen omlaag te krijgen.”

Gedeeld gemeenschappelijk maatschappelijk belang

De schaarste noopt daarom tot een andere balans tussen samenwerking en concurrentie, stelt Bos. “Partijen moeten meer samenwerken om de schaarste het beste te verdelen. En ergens moet gezagsvol de knoop kunnen worden doorgehakt. Dat zou vanuit een gedeeld gemeenschappelijk maatschappelijk belang moeten.”

Van crisis naar crisis

“Veel problemen zie je lang van tevoren aankomen”, vervolgt Bos. “Toch lukt het niet om vroegtijdig pijnlijke keuzes te maken en knopen door te hakken. Liever wachten we af welke partij het eerste financieel omvalt en het niet meer redt om alles open te houden. Eerst Zoetermeer, toen Zutphen, straks misschien Heerlen. We hobbelen liever van bijna-crisis naar bijna-crisis in plaats van met elkaar te bekijken hoe we schaarse middelen het beste kunnen inzetten en daar dan ook tijdig een knoop over door te hakken. De maatschappelijke prijs die we daarvoor betalen is erg hoog. We moeten een heel andere route naar pijnlijke besluiten nemen, vanuit een gedeeld maatschappelijk belang in plaats van af te wachten wie als eerste het loodje legt.”

Meer congruentie tussen verzekeraars

Daarom doet Bos drie suggesties. Het zijn denkrichtingen, hij heeft zelf de panklare oplossingen ook nog niet maar pleit wel voor een open discussie. Dat zorgaanbieders bij alle keuzes in de zorg moeten praten met tien zorgverzekeraars is lastig, erkent Bos. Daarom pleit hij voor een vereenvoudig van de zorginkoop, die moet leiden tot meer gelijkgerichtheid of congruentie tussen verzekeraars zoals dat nu al gebeurt bij impactvolle transformaties.

Grootste twee zorgverzekeraars

“Laat de onderhandelingen doen door de grootste twee zorgverzekeraars in een regio”, zegt Bos. “Hun afspraken zijn leidend, de andere zorgverzekeraars volgen. Dat kan in onderdelen van de zorg waar concurrentie niet bijster veel toevoegt, omdat de tarieven toch al dichtbij elkaar liggen. Verzekeraars betalen daar al allemaal mee op basis van marktaandeel mee. Eigenlijk heb je dan al een situatie waarbij feitelijk een budget wordt verdeeld, zoals bij onderdelen van de wijkverpleging en de ggz. Dat zou een grote vereenvoudiging zijn, ook qua administratieve lasten.”

Impactvolle transformaties

Ten tweede, in het IZA is al afgesproken dat de twee grootste verzekeraars regionaal knopen doorhakken bij impactvolle transformaties. “Is dat niet een denkrichting die we in meer gevallen willen toepassen? Bijvoorbeeld bij de planvorming voor het zorglandschap in een regio? “

Democratisch gat

Bos waarschuwt meteen dat hier ook een schaduwkant aan zit:  “Dan zit je als zorgaanbieder dus wel tegen over een machtige partij en kun je verzekeraars niet meer tegen elkaar uitspelen.” En: “Als je de marktleiders doorzettingsmacht geeft, roept dat de vraag op over legitimiteit van besluiten. Is er dan geen democratische gat? Moet de politiek of de NZa die rol niet pakken?”

Regionale samenwerkingsverbanden

Ten derde, zegt Bos, laten we eens doordenken over regionale samenwerkingsverbanden die samen zorg regelen in een regio waarbij individuele instellingsbelangen ondergeschikt zijn aan het regionale belang van een evenwichtig zorgaanbod. “Natuurlijk kleven daar allerlei mededingingsaspecten aan, maar daarover ga ik graag in discussie met de ACM. In sommige landen gaan zulke concepten (soms HMO’s genoemd: Health Management Organisations) gepaard met populatiebekostiging. Als je het goed doet, hou je geld over en mag je dat houden. Als je het slechter doet, zit je op de blaren. Ook daar zitten veel nadelen aan, maar laten we er in ieder geval over nadenken.”

 

Bron: Zorgvisie.nl